You leave me speechless (Holandsky) (2/2)

‚Bill?‘ hoor ik vaag. Ik open mijn ogen een heel klein stukje en voel dat er zachtjes iemand aan mijn arm trekt. Ik open mijn ogen helemaal en draai mijn hoofd naar de persoon toe. Het is mijn moeder. ‚Kom je eten lieverd?‘ vraagt ze. Ik kijk naar de klok die op mijn bureau ligt. Die is er een keer afgevallen doordat ik er kwaad kei hard een kussen tegenaan gooide. Ik ben nog altijd te lui hem weer terug te hangen. Het is inmiddels al tien over zes. Ik ben vast in slaap gevallen. Ik kijk in het kleine spiegeltje dat aan mijn kast hangt en zie dat mijn eyeliner een heel klein beetje is uitgelopen. Ik heb waarschijnlijk weer in mijn ogen gewreven zonder dat ik het in de gaten had. Met wat speeksel aan mijn vinger fatsoeneer ik het een beetje en loop naar onder. Ik wilde eigenlijk aan tafel gaan zitten, maar zie dan dat mijn moeder en Tom voor de tv op de bank zitten met een bord vol spaghetti. Ik schep zelf een groot bord op en ga langs mijn moeder op de bank zitten. Tom heeft weer eens de andere bank helemaal in beslag genomen, waar eigenlijk 3 personen op kunnen zitten. ‚Zeg, mogen wij ook nog wat?‘ vraagt hij sarcastisch. Ik knik met een opgetrokken wenkbrauw naar zijn bord, waar genoeg eten opligt om een heel derdewereldland mee te voeden. Tom haalt zijn schouders op en eet rustig verder. Vanuit het uiterste puntje van mijn ooghoeken kijk ik voortdurend naar hem. Als hij terugkijkt kijk ik snel strak voor me uit, naar het tv-scherm. Ik voel dat mijn wangen langzaam maar zeker rood beginnen te kleuren. Volgens mij heeft hij het in de gaten, want hij wend zijn ogen niet van me af. Terwijl ik nog steeds strak voor me uitkijk en eigenlijk niet zie wat er op tv is wacht ik tot Tom weer wegkijkt. Ik durf hem niet aan te kijken. Ik ben bang dat hij dwars door mijn onschuld heenkijkt en ziet wat ik voel. Normaal ben ik altijd een van de laatste die klaar is met eten, maar dit keer ben ik de eerste. Ik sta op en zet mijn bord op de hoek van het aanrecht. ‚Ahum?‘ hoor ik mijn moeder ineens zeggen. Ze knikt naar mijn bord. Ik zucht en pak mijn bord weer van het aanrecht af. Ik zet mijn bord in de vaatwasser en met mijn voet schop ik hem dicht. In de gang zie ik ineens mijn koffer staan. Een zwarte koffer met witte randen. Nieuwsgierig ga ik op mijn hurken voor de koffer zitten. Ik maak hem open en zie dat hij al een beetje is ingepakt, voor de tour. Mijn moeder heeft dat vast gedaan. Ik glimlach, ze is echt geweldig. Ze denkt altijd aan alles. Ik sta weer op en pak de koffer met beide handen aan het handvat vast. Hoewel hij nog niet eens helemaal is ingepakt krijg ik hem maar met moeite de trap op. Vanuit de ingang van mijn slaapkamer gooi ik mijn koffer op bed. Terwijl hij op bed neerploft gaat hij ineens open en al mijn spullen vliegen door de kamer! Wanhopig probeer ik nog een paar spullen op te vangen. Mijn mp3-speler beland, gelukkig, in mijn hand. Maar de andere spullen vallen allemaal kei hard op het tapijt. Gelukkig is het tapijt, anders was er niet veel meer van overgebleven. Mijn CD’s, kleren, riemen en ringen liggen verspreid over de vloer. ‚Shít,‘ zeg ik zuchtend terwijl ik mijn handen in mijn haar zet. Een voor een pak ik alles op en stop het netjes terug in de koffer. Glimlachend pak ik mijn boxer van de vloer. De boxer waar ‚Bill‘ op staat. Ik wil de koffer sluiten maar bedenk me dan dat hij nog niet helemaal ingepakt is. Zoekend kijk ik mijn kamer rond, op zoek naar spullen die ik mee moet nemen. Mijn blik blijft rusten op mijn kledingkast. De eerste paar concerten zijn kort achter elkaar, dus we komen niet thuis. Ik moet dus genoeg kleding meenemen. Ik open de deur en mijn ogen glijden langs de vele kleding die aan de kleerhangers hangen. Trots haal ik er een shirtje uit met een engel erop en mijn Detroit Bad Boys shirt. Daarbij pak ik nog twee normale spijkerbroeken en een witte en zwarte riem. Ik sluit de deur weer en zie toevallig mijn portemonnee op mijn bureau liggen. Ik gris hem van het bureau af en leg hem bovenop de stapel kleding die ik in mijn handen heb. Ik krijg alles er met moeite in en moet hard op de koffer duwen om hem dicht te krijgen. Ineens gaat de deur open tot op een kier. Ik kijk vlug om. ‚Hé,‘ hoor ik terwijl ik Tom’s gezicht om de hoek zie komen. Ik knik naar hem. ‚Wat kom je doen?‘ vraag ik daar achteraan. ‚Oh niets, ik hoorde daarstraks iets vallen. Wat doe je?‘ vraagt Tom. Hij is altijd zo nieuwsgierig. Hij moet altijd precies alles weten tot in de kleinste details, wat af en toe best irritant kan zijn. Maar dat is dan ook zijn enige minpunt! ‚Mijn koffer inpakken voor overmorgen,‘ zeg ik terwijl ik nog altijd probeer de koffer dicht te krijgen. ‚Hmm, dat moet ik ook nog altijd doen,‘ zegt Tom terwijl hij met zijn ogen rolt. ‚Ach ja, dat doe ik morgen wel,‘ zegt Tom en verdwijnt uit mijn deuropening. Typisch Tom, hij doet alleen iets als hij er zin in heeft. Altijd dingen uitstellen tot het laatste moment. Nou oké, hij heeft dus twee kleine minpunten. Ineens hoor ik wat gemompel vanuit de badkamer. Zachtjes loop ik naar de deur toe en open hem tot een minuscuul kiertje. Ik hoor Tom, hij zingt. ‚I don’t care, I’m still real. No matter how many records I sell.‚ zingt hij terwijl hij zichzelf in de spiegel bekijkt. Een vreselijk nummer vind ik zelf. Hij draait het bijna elke minuut van de dag. Ik probeer zo goed mogelijk mijn lach in te houden. Maar als Tom zijn lippen tuit en zijn spieren spant gier ik het uit. Hard lachend kom ik met grote passen binnen en klem me vast aan de badkuip om niet op de grond te vallen. Verbaast en geschrokken kijkt Tom me aan. ‚Je had jezelf moeten zien!‘ brul ik uit. Ik doe hem na probeer hem zo een beetje te plagen. ‚En dat zegt de jongen met eyeliner en mascara op z’n ogen,‘ zegt Tom grijnzend. De lach op mijn gezicht verdwijnt en ik staar naar de grond. Ik haat het als hij zo’n opmerking maakt. Hij weet dat ik onzeker ben over mezelf. Tom ziet dat ik zijn ‚grap‘ niet goed opvat. ‚Geintje,‘ zegt Tom die met een uitdrukking van schuld zijn hand in zijn nek legt. Ik knik hem toe als teken dat het goed is. Zwijgend loop ik mijn slaapkamer weer in en zet de computer aan. Ik ben helemaal geen computerfreak, maar even wat websites bekijken is altijd wel leuk. Ineens voel ik een soort schuldgevoel door me heen gaan. Daarstraks gedroegen Tom en ik ons gewoon als broers, als maatjes. Maar dat is helemaal niet wat ik wil! Ik zie ons liever voor me als… een koppel. Hij móét gewoon weten wat ik voel. Maar als het puntje bij paaltje komt durf ik niet meer. Ik ben bang voor zijn reactie. Waarschijnlijk negeert hij me, of durft hij niet meer bij me in de buurt te komen. Een rilling gaat door me heen. Ik wil hier helemaal niet aan denken. Met een zucht pak ik de computermuis weer vast en laat mijn ogen over het beeldscherm glijden. Na een stuk of tien websites gezien te hebben vraag ik me iets af. Hoeveel resultaten zouden er op Google gevonden worden bij Tokio Hotel? Grijnzend type ik in de zoekbalk Tokio Hotel in en druk op enter. ‚Wow!‘ roep ik uit als ik rechtsboven kijk. ‚Circa 3.620.000‘, lees ik, veel meer dan ik had verwacht. Verveeld draai ik wat rondjes op mijn bureaustoel en schakel de computer uit. Het is inmiddels alweer half elf. Erg laat is het niet voor mijn doen, maar ik doe het morgen maar eens rustig aan voor de tour. Hoor mij nou, alsof ik dat nooit doe. Ik kleed me snel om en kruip onder de lakens. Na een paar minuten ben ik al weg.
De volgende morgen open ik langzaam mijn ogen. Ik kijk naar de klok. ‚Véél te vroeg!‘ mompel ik als ik zie dat het pas kwart voor elf is. Ik draai me weer om en probeer te slapen. Na een uur woelen en draaien geef ik het op. Ik kan niet meer verder slapen, niet met Tom in mijn hoofd. Met lichte tegenzin stap ik uit bed en pak dezelfde kleren die ik gisteren aanhad van de vloer. Met zachte, kleine passen loop ik de trap af. Ik slaak een diepe zucht als ik Tom voor de tv zie zitten. Kijk hem nou, hij heeft geen idee dat er iemand is die vreselijk veel voor hem voelt. Een jongen, ik. Bill, niet denken maar doen! Ik ga bijna stampvoetend naar beneden en gooi de deur naar de woonkamer open. ‚Tom ik moet j…‘ verder kom ik niet. Ik besef me wat ik nu eigenlijk aan het doen ben. Ik verklaar mijn liefde aan mijn eigen broer! Als ik dit doe, zal mijn hele wereld op z’n kop staan. Ik zal mijn eigen broer nooit meer aan kunnen kijken, en hij mij niet. ‚Ja?‘ vraagt Tom dan ineens, waardoor ik opschrik uit mijn gedachten. Ik slik even. ‚Ehm..‘ is alles wat uit mijn mond komt. Moet ik dit wel doen? Moet ik hem vertellen wat ik voor hem voel? Aan de ene kant valt er een hele grote last van mijn schouders af. Ik hoef me nooit meer schuldig te voelen als ik weer eens doe alsof er niets aan de hand is. En, dan weet hij het gewoon. Geen slapeloze nachten meer, nadenkend over hoe hij zal reageren. Misschien voelt hij wel hetzelfde. Ach natuurlijk niet! Hoe kan ik dat nou denken? Hij is je broer Bill, je eeneiige tweelingbroer! ‚Bill?‘ vraagt Tom, die nog steeds wacht totdat er eindelijk iets zinnigs uit mijn mond komt. ‚Niets, niets. Laat maar zitten,‘ zeg ik uiteindelijk. Tom haalt zijn schouders op en zapt verder. Verdomme! Nu heb ik het hem alweer niet verteld! Op dit moment kan ik mezelf wel voor mijn kop slaan. Ik wil dat hij er zelf achter komt. Ik zou niet weten hoe ik het hem moet vertellen. Ik kan de woorden niet uit mijn mond krijgen. Ik weet niet of ik het hem überhaupt wel wil vertellen. Misschien is het beter zo. Als ik het vertel zal mijn hele leven veranderen. Tom zal me niet meer aankijken, mijn familie zal me de rug toekeren, Georg en Gustav zullen me laten vallen en de fans zullen heel Tokio Hotel laten stikken! Een schuldgevoel gaat door me heen. Het is net alsof ik moet kiezen tussen Tom en respect. Mijn fans of mijn familie. Muziek of liefde. Nee, ik kan het hem niet vertellen. Ik stel te veel mensen teleur. Zwijgend loop ik naar de keuken en maak een tosti. Ik ga met mijn bord langs Tom zitten, maar hou toch een beetje afstand. Ik wil niet te close doen, niet nu hij het nog niet weet.

autor: dichundmich

8 thoughts on “You leave me speechless (Holandsky) (2/2)

  1. Jojo, slečna "dichundmich", která tuhle povídku posílala, nám psala, že každý vyznavač twincestu v Holandsku zná twincest blog, takže snad si počtou. :o)

    Tady je original e-mail od autorky:

    I know really much Dutch people who read your blog! Every twincestreader in Holland know your blog.

  2. cadi: zlato a nechtěla by jsi nám to přeložit? vypada že to chapeš

    holansky bohužel neumím

    ale víte co by to chtělo něco rusky jako azbukou mě azbuka baví sice se učím ani ne rok ale baví mě to 🙂

  3. souhlas s Aduskou, taky občas mrknu na ruštinu. Bylo by to docela vtipné, ruština umí být někdy pěkně významově roztomilá :)))))

Napsat komentář

Vaše e-mailová adresa nebude zveřejněna. Vyžadované informace jsou označeny *

Verified by ExactMetrics